ser auto-explicativo (v) (geral) | vanzelfsprekend zijn (v) (geral) |
ser auto-explicativo (v) (geral) | duidelijk zijn (v) (geral) |
ser auto-explicativo (v) (geral) | voor zichzelf spreken (v) (geral) |
ser auto-explicativo (v) (geral) | voor de hand liggen (v) (geral) |